Impact map: verschil tussen versies

Uit Pareltaal
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Nulde versie.)
Regel 1: Regel 1:
{{Oester
|stadium=Vonk
|thema=Inzichten genereren
|context=je ontwikkelt een product.
|wens in één regel=je wilt de (strategisch) juiste dingen doen
|daarom in één regel=maak een impact map en beschrijf daarmee waarom, wie, hoe en wat
|wens=je wilt de (strategisch) juiste dingen doen
|daarom=maak een impact map en beschrijf daarmee waarom, wie, hoe en wat
}}
Een {{p|impact map}} is een '''instrument voor strategische planning'''. Door gebruik van de {{p|impact map}} tijdens de ontwikkeling van producten:
Een {{p|impact map}} is een '''instrument voor strategische planning'''. Door gebruik van de {{p|impact map}} tijdens de ontwikkeling van producten:
*zie je door de bomen het bos en verdwaal je niet;
*zie je door de bomen het bos en verdwaal je niet;
Regel 60: Regel 69:


Zie ook {{p|levendige persona’s}}.
Zie ook {{p|levendige persona’s}}.
{{Bron}}

Versie van 17 dec 2015 11:55


…je ontwikkelt een product.

✣  ✣  ✣

je wilt de (strategisch) juiste dingen doen


Daarom:

maak een impact map en beschrijf daarmee waarom, wie, hoe en wat

✣  ✣  ✣



✣  ✣  ✣



Een impact map is een instrument voor strategische planning. Door gebruik van de impact map tijdens de ontwikkeling van producten:

  • zie je door de bomen het bos en verdwaal je niet;
  • richt je de activiteiten van teams op de gemeenschappelijke bedrijfsdoelen; en
  • maak je betere keuzes op basis van de wegenkaart (roadmap).

Een impact map kent een centraal doel en daaronder drie lagen.

Centraal staat het ‘Waarom?’

  • Waarom doen we dit?
  • Welk doel streven we na?
    • Bijvoorbeeld: 400.000 extra internationale bezoekers per jaar.

Die drie lagen zijn:

  1. Wie? (wat zijn de actoren?)
    • Wie kunnen het gewenste effect:
      • bewerkstelligen?
      • belemmeren?
    • Wie zijn de klanten of gebruikers van ons product?
    • Wie worden er door ons product geraakt?
  2. Hoe? (welke effecten willen we bereiken?)
    • Hoe willen we dat het gedrag van onze actoren verandert?
    • Hoe kunnen ze ons helpen ons doel te bereiken?
    • Hoe kunnen ze ons belemmeren of verhinderen ons doel te bereiken?
  3. Wat? (welke resultaten, producteigenschappen en organisationele activiteiten kunnen we ontplooien om de effecten te bereiken?)
    • Wat kunnen wij—als organisatie of team—doen om de gewenste effecten te sorteren?

Wie? (actoren)

Onderzoek bij de eerste schil de doelen, behoeften en drijfveren van mensen. Hoe scherper je dit hebt, hoe groter de hefboomwerking.

  • Behoeften & Drijfveren
    • Intellectueel—de behoefte om te weten
    • Esthetisch—de behoefte aan balans
    • Praktisch—de behoefte om te helpen
    • Individueel—de behoefte (of macht) om te scheppen
    • Traditioneel—de behoefte aan orde
  • Doelen en wensen
    • Wat probeert de gebruiker te verwezenlijken?
    • Waarom?
      • Wat is de waarde of uitkomst?
      • Wat is de waarde uitgedrukt in ¥€$, nu en over de managementhorizon?
  • Pain or gain
    • Wat is er te:
      • minimaliseren;
      • maximaliseren;
      • creëren;
      • elimineren?
  • Emotioneel—wat maakt de gebruiker:
    • Bang
    • Boos
    • Blij
    • Bedroefd
    • Boete (schuldig)
  • Behoeften
    • Functioneel—wat is er nodig om het werk te doen?
      • Kan ik het sneller, makkelijker, veiliger, goedkoper, beter?
    • Persoonlijk—hoe wil de gebruiker zich voelen terwijl ze het werk uitvoert?
      • Vaardig, zelfverzekerd, stoer.
    • Sociaal—hoe willen gebruikers worden waargenomen terwijl ze het werk uitvoeren?
      • Kijk mij toch eens met mijn iPhone.

Zie ook levendige persona’s.