Persoonlijke anekdote

Uit Pareltaal
Versie door Martien (overleg | bijdragen) op 18 aug 2013 om 13:18 (Nulde versie.)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een belangrijk deel van de kunst van het schrijven in organisaties is het vermogen 'het grote verhaal' zichtbaar te maken. Eén manier om dat te doen is een klein verhaal minutieus te beschrijven. Daardoor stijgt het kleine uit boven het alledaagse, krijgt het een veel grotere betekenis. Rutger Kopland omschrijfr het beoefenen van de dichtkunst als 'Met de grootst mogelijke zorgvuldigheid constateren dat…'. Door zó te schrijven wordt een detail een teken, een kleinigheid een verwijzing naar een veel groter verhaal.

Een anekdote is letterlijk 'dat wat niet uit handen is gegeven, niet vrijgegeven voor publicatie'. Het heeft iets intiems, iets vertrouwelijks. Door een anekdote te vertellen geef je iets prijs wat niet voor ieder oor bestemd is. Daarmee schep je vertrouwelijkheid,je nodigt mensen uit een kijkje te nemen achter de schermen, je laat ze als het ware door de achterdeur binnenkomen. Dat roept welwillendheid op. Het geeft zicht op hoe een kwestie eruit ziet los van alle mooie façades. En het schept ruimte.

  1. Kies een thema, stelling of kwestie die voor alle betrokkenen relevant is.
  2. Zoek hierbij een persoonlijke anekdote. Zorg ervoor dat het een eigen verhaal is, in de ik-vorm, dat het in direct verband staat met het thema en dat je er cruciale details in kunt laten zien.
  3. Schrijf het verhaal op in beeldende termen. Beperk je tot de belangrijkste elementen ervan, streef geen volledigheid na. Maar geef wel de ingrediënten die je hebt uitgekozen ruimte en kleur.
  4. Lees je verhaal voor aan anderen. Is het duidelijk wat het verhaal zegt over de kwestie' Ga hierover met elkaar in gesprek.
  5. Als je nog een stap verder gaat kies je vervolgens het verhaal uit dat het meest aanspreekt, gegeven het thema. Zet dat zo volledig mogelijk op papier. Je kunt dat individueel doen, maar ook gezamenlijk, als groep. In het laatste geval is er bijvoorbeeld eerst een verhelderingsronde, waarna de groep in drieën wordt gesplitst om respectievelijk het begin, het midden en het einde van het verhaal op een flip-over-vel te schrijven. Dit verhaal is een paradigma, een karakteristiek voorbeeld van het thema. Op basis daarvan kun je preciezer onderzoeken wat hier duidelijk wordt over het thema, de stelling of kwestie waarmee het gesprek begon: wat gebeurde daar nu precies, hoe moet je dat interpreteren? Welk groter verhaal wordt zichtbaar in dit kleine verhaal?
  6. Sta stil bij de opbrengst van dit onderzoek.

Zie ook onbenullig moment.

Literatuur

  • Rutger Kopland, Het mechaniek van de ontroering. Amsterdam, Van Oorschot, 1999.
  • U. Rosenthal e.a., Ambtelijke vertellingen. Over verschijnselen die niet onbenoemd mogen blijven. Utrecht, Lemma, 2000.
  • Bert Schierbeek, Vallen en opstaan. Amsterdam, De Bezige Bij. 1977.

Socratische praktijkwijzer uit Vrije ruimte praktijkboek, p153, Jos Kessels, Erik Boers, Pieter Mostert.