Scrum coach leert je vissen

Uit Pareltaal
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan mogelijk weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de ingebouwde browser printfunctionaliteit.


Je hebt besloten scrum in te voeren en hebt daarvoor een scrum coach ingehuurd.

Je wilt weten wanneer een scrum coach klaar is zodat je elkaar binnenkort vriendelijk vaarwel kunt zeggen.

Daarom toets je huidige manier van werken aan onderstaande criteria.

De criteria voor ‘productierijp’ van een scrum coach:

  1. Alle belanghebbenden Het Team, de producteigenaar en beheer en operatie zijn tevreden met de werkwijze en waardeert het met tenminste een zeven. Alle belanghebbenden zijn:
    1. de omgeving;
    2. het management;
    3. de producteigenaar; en
    4. beheer en operatie.
  2. Het Team is zelfstandig en heeft tenminste één sprint onafhankelijk van een coach geopereerd.
  3. Het Team acteert als een Team en is aangeland in de fase van ‘performing’ (hoe meet je dat?!).
  4. De werkwijze is blijvend (hoe meet je dat?).
  5. Het proces is zelfverbeterend (hoe meet je dat?).
  6. Er is zichtbare samenwerking (hoe meet je dat?).

In detail:

De scrummeester:

  • bewaakt de kracht van zelforganisatie en past dit toe;
  • bewaakt de de agile mindset en past dit toe;
  • faciliteert het proces en stuurt het Team bij wanneer nodig;
  • treedt op als poortwachter en schermt zo het Team af van verstoringen;
  • lost knelpunten op, of zorgt ervoor dat dit gebeurt;
  • richt zichzelf op de goede dingen: ‘flow’, knelpunten, commitment, teamgeest;
  • kent alternatieve manieren om scrum-bijeenkomsten uit te voeren en speelt hiermee om de energie in deze bijeenkomsten te houden;
  • bewaakt de teamsfeer en het comfort van elk individueel teamlid;
  • heeft aandacht voor de ontwikkeling van het team en neemt initiatief om deze te verbeteren.
  • Als je het team vraagt “wat maken jullie”, dat het antwoord dan is: “Product X EN verbeteringen”.
  • Dat het team eigen verbeterdoelen heeft die in lijn liggen met wat ze als team moeten bereiken; bijvoorbeeld DoD, velocity, kwaliteit, fun, voorspelbaarheid, adaptief vermogen, instelling tot verbeteren.
  • Dat er trends te zien zijn op de doelen (positief dan wel negatief, als er maar nagedacht wordt in termen van relativiteit).