Socratisch een-op-een-gesprek

Uit Pareltaal
Versie door Martien (overleg | bijdragen) op 18 aug 2013 om 12:01 (Nulde versie.)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Hoewel een socratisch gesprek van oudsher vooral in groepen wordt gevoerd, is de aanpak ook toepasbaar in een een-op-een-gesprek. Het belangrijkste verschil zit na de verheldering van het voorbeeld en de kernbewering. Er zijn immers geen andere deelnemers aanwezig om zich te verplaatsen en zo de onderliggende opvattingen te toetsen. Bij het een-op- een-gesprek treedt de vragensteller in deze fase van het gesprek op als een soort 'advocaat van de duivel'. Op deze wijze wordt de geldigheid van de aangedragen argumenten kritisch getoetst.

  1. Kies in onderling overleg een thema en uitgangsvraag waarover de antwoordgever een zelfonderzoek wil aangaan.
  2. De vragensteller vraagt de antwoordgever naar een voorbeeld uit het eigen leven bij de uitgangsvraag en loodst hem of haar door de verschillende stappen:
    1. het toespitsen op een cruciaal moment;
    2. het onderzoek van wat er allemaal speelde tijdens dat moment;
    3. het precies fonnuleren van een kernbewering over dat moment;
    4. het zo sluitend mogelijk fonnuleren van de ondersteunende argumentatie voor die bewering.
  3. De vragensteller leeft zich in en toetst de aangedragen argumenten op geldigheid door er zelf enkele mogelijke alternatieven naast te leggen.
  4. Vervolgens onderzoekt de antwoordgever, op basis van die alternatie- ven, de juistheid van de algemene opvattingen en regels die achter de eigen argumentatie schuil gaan.
  5. Aan bet eind van het gesprek geeft de antwoordgever aan wat voorlopig het beredeneerde antwoord is op de uitgangsvraag.
  6. Tenslotte geeft de antwoordgever aan wat voor hem ofhaar de waarde is van het gesprek.

Literatuur

  • Jas Kessels, Socrates op de markt. Amsterdam, Boom, '997. hoofdsruk 8: In formele Gesprekken.

Socratische praktijkwijzer uit Vrije ruimte praktijkboek, p46, Jos Kessels, Erik Boers, Pieter Mostert.