Socratisch voorgesprek: verschil tussen versies
(Nulde versie.) |
({{socratische praktijkwijzer}} uit {{vrp|47}}.) |
||
Regel 15: | Regel 15: | ||
'''INCOMPLEET! overige pagina’s toevoegen''' | '''INCOMPLEET! overige pagina’s toevoegen''' | ||
{{socratische praktijkwijzer}} uit {{vrp|47}}. |
Huidige versie van 18 aug 2013 om 12:08
Een socratisch gesprek is het toonbeeld van 'vrije ruimte': je neemt met elkaar de tijd om een brandende kwestie aan een grondig onderzoek te onderwerpen. In de praktijk is de beschikbare tijd voor zo'n onderzoeksgesprek vaak beperkt, bijvoorbeeld een halve dag. In dat geval kan een uitgebreid voorgesprek soelaas bieden. Wanneer van tevoren de uitgangsvraag wordt vastgesteld en het concrete voorbeeld gekozen kan het socratisch gesprek zelf meteen beginnen met het gewenste onderzoek. Deze aanpak vereist een gestructureerd voorgesprek. Op de agenda staan:
- een bondige karakteristiek van het socratisch gesprek;
- stapsgewijze bepaling van de uitgangsvraag;
- keuze van het voorbeeld.
Karakteristiek van het socratisch gesprek
Maak in hetvoorgesprek een aantal zaken duidelijk die bepalend zijn voor het succesvol verloop van het socratisch gesprek.
- Het gaat om een gezamenlijk zelfonderzoek, niet om de oplossing van een probleem.
- Gelijkwaardigheid van alle deelnemers is van belang; machtsverschillen kunnen de vrijheid van onderzoek blokkeren.
- Wie niet vrijwillig meedoet kan beter niet meedoen; verplichting werkt niet.
- Het is van belang dat iedereen meedoet en zich inzet, niemand kan zijn rol beperken tot die van observant.
Wees beknopt in de uitleg van de methodiek van het socratisch gesprek; het wordt al gauw veel te technisch. Het is effectiever om het voorgesprek zelf op socratische wijze te voeren; dan zien de deelnemers meteen hoe het in zijn werk gaat: stel vragen, vraag door, onderzoek of er echte betrokkenheid is bij het thema, help je gesprekspartners met de ontwikkeling en formulering van de vraag.
INCOMPLEET! overige pagina’s toevoegen
Socratische praktijkwijzer uit Vrije ruimte praktijkboek, p47, Jos Kessels, Erik Boers, Pieter Mostert.