Scrum coach leert je vissen

Je hebt besloten scrum in te voeren en hebt daarvoor een scrum coach ingehuurd.

Je wilt weten wanneer een scrum coach klaar is zodat je elkaar binnenkort vriendelijk vaarwel kunt zeggen.

Daarom toets je huidige manier van werken aan onderstaande criteria.

De criteria voor ‘productierijp’ van een scrum coach:

1. Alle belanghebbenden Het Team, de producteigenaar en beheer en operatie zijn tevreden met de werkwijze en waardeert het met tenminste een zeven. Alle belanghebbenden zijn:
   1. de omgeving;
   2. het management;
   3. de producteigenaar; en
   4. beheer en operatie.
2. Het Team is zelfstandig en heeft tenminste één sprint onafhankelijk van een coach geopereerd.
3. Het Team acteert als een Team en is aangeland in de fase van ‘performing’ (hoe meet je dat?!).
4. De werkwijze is blijvend (hoe meet je dat?).
5. Het proces is zelfverbeterend (hoe meet je dat?).
6. Er is zichtbare samenwerking (hoe meet je dat?).

In detail:

• Het direct betrokken deel van de organisatie is blij met de werkwijze, ziet de voordelen en accepteert eventuele mindere punten.
• Het Team voert gedisciplineerd zelfstandig de scrumbijeenkomsten uit. Het belang van iedere bijeenkomsten wordt herkend en onderschreven.
• De volgende bijeenkomsten worden gedisciplineerd en actief bijgewoond:
  • dagelijkse scrum;
  • planning poker sessies;
  • planningspel;
  • scrum demo's;
  • terugblik (retrospectieven);
  • Het Team heeft de actuele en levende scrumwand met duidelijk zichtbaar tenminste de volgende informatieriadatoren:
    • projectnaam;
    • teamnaam;
    • sprintnummer;
    • levendige persona's;
    • Sjabloon:Gggd;
    • drie tot vijf waarden voor de groep;
    • werkafspraken;
    • verhalenkaart;
    • sprint werkvoorraad;
    • opbrandkaart;
    • lijst met knelpunten, geprioriteerd;
    • lijst met verbeterpunten afkomstig uit de terugblik, geprioriteerd.
  • De scrumwand toont optioneel:
    • bouwrijp—samen met producteigenaar opgesteld en voortdurend aangescherpt;
    • productierijp—samen met operatie en beheer opgesteld en voortdurend aangescherpt;
    • verscheepbaar;
• De teamleden:
  • werken samen aan gebruikersverhalen;
  • delen pro-actief kennis met elkaar en de balnghebbenden;
  • overleggen spontaan met elkaar;
  • vertonen een sterke voorkeur voor rijke vormen van communicatie;
  • is open naar elkaar;
  • hebben plezier in het werk;
  • hebben lef;
  • nemen zelfstandig beslissingen, meestal de juiste;
  • durven te planning poker;
  • geven de beschikbaarheid van de producteigenaar tenminste een zeven;
  • zijn beschikbaar voor de sprint-werkzaamheden;
  • waarderen de scrummeester met tenminste een zeven.
• De definitie van af is levend en wordt gerespecteerd.
• Het werk stroomt inwaarts;
  • gebruikersverhalen als hapklare brokken
  • de opbrandkaart toont een geleidelijke daling—geen schokken; dit is inclusief testen;
• Verbeteringen uit de terugblik worden daadwerkelijk doorgevoerd.
• Het Team is voorspelbaar:
  • Gecommitteerd werk wordt ook opgeleverd
  • De snelheid wordt bijgehouden en vertoont, na een stijgende lijn tijdens de start, een stabiele lijn.
• Elke sprint wordt er daadwerkelijk software opgeleverd. Hierin falen wordt ervaren als uitzondering.
• Na elkesprint hoeft het team in principe geen inspanning meer te leveren—het werk is echt af:
  • werk stroomt inwaarts via een proces dat agile is ingericht dat de toevoer en prioritering van werk op een ‘agile’ manier inregeld.
  • de werkvoorraad is op orde:
    • de producteigenaar is actief en gedreven bezig en begrijpt in detail hoe de werkvoorraad is opgebouwd;
    • altijd geprioriteerd;
• Er is voortdurend werk voor twee tot drie sprints, tenzij het project door de producteigenaar is gestopt, waarna de werkvoorraad langzaam en zeker leegloopt.
• De producteigenaar:
  • durft beslissingen te nemen;
  • neemt beslissingen;
  • werkt goed samen met het Team en voelt zich deel van het Team;
• De wekelijkse poker planning wordt pro-actief uitgevoerd zodat er altijd op tijd werk is.
• Er is een agile kampioen en/of agile ambassadeur in de organisatie die het agile gedachtegoed bewaken en zonodig hierop bijsturen.

De scrummeester:

• bewaakt de kracht van zelforganisatie en past dit toe;
• bewaakt de de agile mindset en past dit toe;
• faciliteert het proces en stuurt het Team bij wanneer nodig;
• treedt op als poortwachter en schermt zo het Team af van verstoringen;
• lost knelpunten op, of zorgt ervoor dat dit gebeurt;
• richt zichzelf op de goede dingen: ‘flow’, knelpunten, commitment, teamgeest;
• kent alternatieve manieren om scrum-bijeenkomsten uit te voeren en speelt hiermee om de energie in deze bijeenkomsten te houden;
• bewaakt de teamsfeer en het comfort van elk individueel teamlid;
• heeft aandacht voor de ontwikkeling van het team en neemt initiatief om deze te verbeteren.

• Als je het team vraagt “wat maken jullie”, dat het antwoord dan is: “Product X EN verbeteringen”.
• Dat het team eigen verbeterdoelen heeft die in lijn liggen met wat ze als team moeten bereiken; bijvoorbeeld DoD, velocity, kwaliteit, fun, voorspelbaarheid, adaptief vermogen, instelling tot verbeteren.
• Dat er trends te zien zijn op de doelen (positief dan wel negatief, als er maar nagedacht wordt in termen van relativiteit).